Micah 4

Jona waarschuwt het volk van Nineve

This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Jon. 3:2.
1
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Jon. 3:1-2.
Daarna sprak de Here opnieuw tot Jona en zei: ‘Maak u klaar om naar die grote stad Nineve te gaan en de inwoners te waarschuwen voor hun ondergang, zoals Ik u al eerder heb gezegd!’
2Deze keer gehoorzaamde Jona en ging op weg naar Nineve. Nineve was zoʼn grote stad dat je drie dagen nodig had om er dwars doorheen te lopen.

3
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Jon. 3:5.
4
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Jon. 3:4-5.
Maar al op de eerste dag, toen Jona een dagreis ver in de stad was rondgegaan en begon te prediken, toonden de inwoners berouw. Jona riep de mensen die zich om hem heen verzamelden, toe: ‘Over veertig dagen zal Nineve worden vernietigd!’ Zij geloofden hem en riepen een vasten uit, zowel de hooggeplaatsten als de gewone mensen trokken rouwkleding aan, de ruwe, stugge gewaden die bij treurige gebeurtenissen werden gedragen.

5Toen de koning van Nineve hoorde wat Jona zei, stapte hij van zijn troon, trok zijn koninklijke kleding uit, deed rouwkleding aan en ging in de as zitten. 6De koning en zijn edelen stuurden een boodschap door de stad die luidde: ‘Laat niemand, zelfs de dieren niet, ook maar iets eten. Er mag geen slokje water worden gedronken. 7Iedereen moet rouwkleding dragen en God aanroepen. Laat iedereen zijn verkeerde wegen verlaten en alle onrecht afzweren. 8Wie weet zal God toch nog besluiten ons te laten leven en zal Hij ons in zijn ontzettende toorn niet vernietigen.’

9Toen God zag dat zij een eind hadden gemaakt aan hun misdadige gedrag, veranderde Hij van gedachten en voerde de straf die Hij had aangekondigd, niet uit. 10

Jona krijgt spijt bij het zien van Gods genade

11Jona was echter woedend dat God van gedachten was veranderd. 12Hij beklaagde zich erover bij de Here en zei in zijn gebed: ‘Dit is nu precies wat ik dacht dat U zou gaan doen, Here, toen ik nog thuis was en U mij opdroeg hierheen te gaan. Daarom vluchtte ik naar Tarsis. Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent. U wordt niet snel boos en bent erg vriendelijk, ik wist hoe gemakkelijk U ertoe zou kunnen besluiten af te zien van het plan deze mensen te vernietigen. 13Dood mij alstublieft, Here, ik ben liever dood dan levend.’

Copyright information for NldHTB